JOHAN WAEGEMAN - PUUR BRUUT

Artiest info
 
facebook
label: Appel Rekords

Nooit gedacht dat ik deze ietwat belegen term nog eens uit de kast zou mogen halen, maar ik vind geen beter alternatief om te omschrijven wat Johan Waegeman brengt op deze korten plaat. Ik leg een beetje nadruk op dat “korte”, want geef toe, 32 minuten voor tien liedjes, dat is toch echt niet lang? Tot hier de negatieve klanken over het nieuwe product van de man achter De Wamblientjes en folkie-van-het-eerste-uur in de onlangs gereanimeerde groep TROL, want verder heb ik er niks dan lof voor over. Het is immers lang geleden dat ik een Vlaamse plaat vol kleine liedjes te horen kreeg, waarop zo fijn gemusiceerd werd en waarop verhaaltjes verteld worden, waarbij je je als luisteraar meteen de situaties en figuren kunt voorstellen waarover gezongen wordt.

Johan Waegeman werd niet lang geleden, in volle Corona-tijd voor het eerst grootvader en -je draait en keert het zoals je wil- dat laat bij echte mannen geweldig veel sporen na. Ze ontdekken dan bij zichzelf een arsenaal aan gevoelens, waarvan ze dachten dat ze er ongevoelig voor waren en in het geval van Waegeman leidt dat tot heel fijne ontboezemingen, die in zijn geval geformuleerd worden in wat ongeveer het fraaiste Vlaams-Brabants moet zijn, dat je ooit te horen zult krijgen. Zoals wel vaker het geval was met platen waar hij de hand in heeft, deed Waegeman ook nu een beroep op de meesterhand van de nog altijd veel te weinig bekende -misschien vindt hij het zelf goed zo- Bert Candries, die de productie in handen nam en voor een plejade aan instrumentenklanken zorgt -vooral de baspartijen maken indruk- en de plaat de nodige verteerbaarheid meegeeft.

Diep vanbinnen zal Waegeman wel altijd een folkie blijven, al deelt hij die status op deze plaat voor een stuk met schoonzoon Klaas Keymolen en doedelzakker Stefan Timmermans en al zijn er fijne bijdragen van broer Geert en mede-Trollen Jan Cool en Mark Vanden Bremt. Resultaat van de optelsom van al deze factoren is: een door en door Vlaamse plaat, van een man, die weliswaar net buiten het Pajottenland woont, maar die dat verder wel helemaal onder de leden heeft zitten. Luisteren naar Johan Haegeman doet je naar Geuze en Kriek verlangen, naar de vervlogen tijden van je ongestoorde jeugd in de schaduw van de Brusselse olievlek, kortom de tijd, waarin alles nog vanzelfsprekend was en je je dat als betrokkene nauwelijks realiseerde, tot je het bijna kwijt was.

En, dan komt daar zo’n kleindochter je helemaal wakker schudden en krijg je weer goesting in het leven. Heel herkenbaar allemaal, voor wie leeftijd en omgeving met de zanger deelt. Let wel; ik ken Johan totaal niet persoonlijk, maar ik herken wel bijzonder veel van datgene waar hij over zingt. Op dat punt mag ik aanraden uzelf het plezier te gunnen om op zoek te gaan naar “Om den Brode”, voor mij het onbetwiste hoogtepunt van de plaat: Haverhals Lode wonen bij elk van ons in de buurt en verdienen odes als deze. Ik las ergens dat Johan niet verwacht dat hij met deze plaat een cent zal verdienen. Ik vrees dat hij gelijk heeft en ik weet dat dat jammer is. Als u zichzelf maar een plezier wil doen en toch minstens eens zou proberen deze CD te beluisteren: ’t gewoon een heel leuke plaat, die misschien geen revolutie zal veroorzaken, maar wel precies op tijd komt. Voor die kleindochter….

(Dani Heyvaert)